Arno begon aan zijn loopbaan in het leger, maar vond zijn roeping als pedagogisch medewerker. De gemene deler in zijn ongewone carrièrepad is het belang van bewegen. Bij gro-up brengt hij vol energie peuters en schoolkinderen in beweging in zijn combibaan in de kinderopvang.
Bewegen als basis
Soldaten en peuters, een verschil van dag en nacht. Toch heeft pedagogisch medewerker Arno in zijn loopbaan al met allebei te maken gehad. Waarin ze wel op elkaar lijken? Het belang om te bewegen. Bij soldaten is dat volkomen logisch, bij peuters wordt het te vaak vergeten. Reden voor Arno om er iets aan te doen. ‘Bij gro-up voelde het meteen goed.’
Het is een drukte van jewelste in het Dalton Kindcentrum in Pijnacker. Misschien komt het door de zon die zich voor het eerst in weken laat zien, maar op ieder gezicht prijkt een gigantische glimlach. Bij de kinderen, die vol plezier van hot naar her rennen, en bij de gro-uppers.
Stralende gro-upper
Arno is één van die stralende gro-uppers. We ontmoeten hem in het kleine gymzaaltje beneden, waar hij zijn Peutergym-lessen geeft. Dat Arno wat met sport wilde doen, wist hij al op jonge leeftijd. Toch leek zijn eerste baan weinig op zijn rol bij gro-up. ‘Het leger, daar dacht ik tot m'n recht te komen als Soldaat Infanterie Luchtmobiel. Maar ik kwam er al snel achter dat ik helemaal niet zat te wachten op uitzendingen.’
"Ik ging op zoek naar een plek waar ik mijn BSO uren kon combineren om meer uren te werken."
BSO combineren met iets anders
Tijdens zijn opleiding Sport en Bewegen kwam Arno bij een buitenschoolse opvang (BSO) in Delft terecht. Eerst als stagiair, later als vaste kracht. ‘Ik vond het geweldig om die kinderen aan het bewegen te krijgen, maar het is moeilijk rondkomen van die paar uurtjes na schooltijd. Dus ging ik op zoek naar een plek waar ik m’n werk op de BSO zou kunnen combineren met iets anders.’
In augustus 2023 bracht zijn zoektocht hem naar gro-up, waar hij solliciteerde als pedagogisch medewerker met een focus op bewegen. ‘Dat voelde meteen goed. Ze zochten iemand voor de BSO en voor peutergym. Dat maakt het makkelijker om genoeg uren te maken, maar het is vooral gewoon heel leuk. Op de BSO kiezen ze de kinderen zelf waar ze zin in hebben en begeleid ik waar nodig. Tijdens peutergym moet ik beter nadenken over hoe ik oefeningen begrijpelijk maak en hoe ik de peuters meekrijg. Die afwisseling is heel mooi.’
Het belang van bewegen
Uit onderzoek blijkt dat Nederlandse kinderen steeds minder bewegen, met alle gevolgen van dien. Onder jonge kinderen beweegt 43,2% niet genoeg. Toch speelt sport en bewegen nog niet op elke Nederlandse kinderopvang een grote rol. Arno herkent zich daar volledig in. ‘Bewegen werd door mijn vorige werkgever gezien als een moetje, niet als een essentieel onderdeel van de opvoeding. Hier is dat echt anders. Het nieuwe Team Fitmakers verzorgt bijvoorbeeld allerlei nuttige trainingen. Daar leer ik onder andere hoe ik bepaalde grote-mensen-trainingen uit de sportschool vertaal naar oefeningen die kinderen begrijpen.'
'Doe de krokodil!’
Gevraagd naar een voorbeeld van zo’n oefening maakt de ex-soldaat een uitstapje naar de rimboe. ‘We leggen dan bijvoorbeeld een krokodil in de zaal. Een knuffelvariant. Samen proberen we te bedenken welke oefeningen uit de sportschool vergelijkbaar zijn met de beweging van een krokodil. De oefening die daaruit voortkomt is veel makkelijker te onthouden voor kinderen, want na een tijdje hoef je alleen maar te zeggen: doe de krokodil! Het is zo mooi om die kleintjes vol overgave over de grond te zien krioelen. En het is goed voor ze.’
Arno is trots op wat hij tot dusver heeft bereikt. ‘Dat ik nu al een vast contract heb gekregen, is een mooie blijk van waardering. Maar het enthousiasme waarmee de kinderen mijn oefeningen doen, vind ik misschien nog wel mooier. Dat doen ze alleen als ze iemand echt vertrouwen.’
Sport nog belangrijker maken
Dat Arno heel goed op zijn plek zit, betekent niet dat hij geen ambities of dromen meer heeft. ‘Ik doe dit type werk nu een jaar of zes, het lijkt me heel mooi om op een gegeven moment adjunct-directeur te worden. Maar niet omdat ik het sporten zat ben. Integendeel. Vanuit die rol hoop ik sport juist nog belangrijker te maken op de kinderopvang.’